Een terugval in middelengebruik: leermoment of afstraffen?
Bij de verslavingsreclassering van Novadic-Kentron hebben wij te maken met personen die door het gebruik van alcohol en drugs emotioneel ontremd of psychotisch kunnen worden, met de kans op nieuwe gevaarlijke delicten als gevolg (recidive). In het verlagen van de kans op recidive speelt de reclassering – samen met forensische zorginstellingen – een sleutelrol.
Denk bijvoorbeeld aan een veroordeelde stalker die, onder invloed van alcohol en cocaïne, na een afwijzing van een nieuwe partner ook haar beangstigt met doodsbedreigingen op haar voicemail. Of, een onder toezicht gestelde waarbij schizofrenie is vastgesteld die na het roken van een joint zo angstig en wantrouwig wordt dat een begeleider een confrontatie met een nietsvermoedende passant nog maar net kan voorkomen.
In deze voorbeelden is er een relatie tussen alcohol- en drugsgebruik en een toenemend risico op nieuwe slachtoffers. Intensivering van behandeling, het opleggen van een sanctie of bijvoorbeeld een alcohol- of drugsverbod zijn voorbeelden van afwegingen die ontstaan. Meestal is het besluit een combinatie tussen zulke mogelijkheden.
In het geval van aangifte tegen de stalker zal er een geheel nieuw strafproces volgen. Door de doodsbedreiging is er immers sprake van strafbaar gedrag.
Uit recent onderzoek is gebleken dat de reclassering er professionele waarde aan hecht om in ieder traject waar sprake is van een terugval in middelengebruik, de ontstane risico’s specifiek te analyseren voordat zij over gaat tot het inzetten van zorg, controle of sancties. Dit doet de reclassering in voortdurend overleg met alle partijen die bij de resocialisatie betrokken zijn (bijvoorbeeld het OM, gevangenis, behandelaren, wooninstelling en gemeente). Bij elke partner is namelijk sprake van onderscheidende expertise.
De risico’s die bij een terugval in alcohol- of drugsgebruik ontstaan zijn leidend. Het type middel, het soort delicten, en de precieze omstandigheden zijn van belang in de afweging hoe om te gaan met een uitglijder (eenmalig gebruik) of een daadwerkelijke terugval. In hoeverre is een persoon echt gemotiveerd om in herstel te gaan?
Zo kan er, in samenspraak met ketenpartners, voor gekozen worden een bepaalde (klinische) behandeling te veranderen terwijl de cliënt daar zelf totaal geen motivatie voor heeft of nut van in ziet. Als hij door wil gaan met resocialiseren zal hij zijn medewerking moeten verlenen. Zo niet, dan zal het traject voortijdig kunnen eindigen met een gevangenisstraf. De impact van zo’n keuze tot medewerking kan groot zijn, motiverende gespreksvoering vormt dan des te meer de kern van het meldplichtcontact.
Of, dat een zorginstelling het weekendverlof van een cliënt een week wil opschuiven na een verzwegen uitglijder in cocaïnegebruik. Dit, terwijl wij als reclassering toch eerder dachten aan een officiële waarschuwing en het opschorten van de vrijheden. Welk belang weegt het zwaarst? Een nachtje verlof – met de warmte van naasten – kan toch juist motiverend werken voor verdere gedragsverandering!?
Om nog maar te zwijgen over het belang van vertrouwen.
Een uitglijder hoort vaak bij herstel van verslaving. Ik ervaar dat dit een belangrijk leermoment kan zijn. Soms zijn zelfs meerdere leermomenten nodig. Ook daar dient in een justitieel traject op enige manier ruimte voor te zijn.
Het blijft een spanningsveld tussen veilig resocialiseren en de risico’s voor de samenleving.
Auteur: Andreas Tonneijck, reclasseringswerker